15 okt Columns Jasper 2010
Jasper Hollenbeek Brouwer (1976) heeft aan den lijve ondervonden wat de quarterlife crisis met je kan doen. Hij heeft besloten het leven te nemen zoals het komt en vooral te genieten. De komende tijd zal hij in zijn columns herkenbare situaties, keuzes en dilemma’s beschrijven waar je als twintiger of dertiger mee te maken kunt krijgen.
Jasper is momenteel eigenaar van Morgen Advies en Training en woont in het noorden van het land.
Puur (zomercolumn juli/augustus 2010)
Nu ik boven de dertig ben merk ik dat ik gezond leven steeds belangrijker vind. Dus op mijn voeding, sport ik regelmatig en probeer ik goed voor mezelf te zorgen. Ook gebruik ik sinds kort Chlorella tabletten voor een optimale opname van voedingsstoffen (gemaakt van groene algen en ook geschikt voor uw huisdier…). Mijn sapcentrifuge draait overuren en de verse vis en groente is niet aan te slepen. Ik voel me daar prettig en gezond bij.
Afgelopen weken ben ik in Barcelona geweest. Daar weten ze pas wat goed en vers eten is. Op de Marcat de la boqueria ligt het vol met de meest mooie producten. Van gamba’s via grote tomaten tot biologische lasagne. Net gevangen clams en enorme meloenen. Vol van smaak en rijk aan vitamines. We zijner dan ook praktisch iedere dag geweest om inkopen te doen. Ook in de strandtenten en in restaurants is het eten over het algemeen erg vers. Zelfs de nacho’s met emmentalerkaas lijken gezond te zijn…
Hoewel; ook in Barcelona is de ‘Amerikaanse trend’ te zien. Een trend van fastfood en hele grote porties. Aan de Rambla zit binnen eenstraal van 100 meter een KFC, McDonald’s en Burger King. Met daartussen zaken met Donner Kebab en meer vet voedsel. Net als in Nederland eigenlijk. En hoewel de McDonald’s tegenwoordig ook salade verkoopt en aangeeft hoeveel calorieën er in een hamburger zitten, blijft het eten daar minder goed dan wanneer je hetvers bereidt.
Begrijp me goed: ik ben geen ‘freak’. Af en toe naar deMickeyD of Burgerking vind ik heerlijk. De trend die ik echter bespeur is dat er tegenwoordig vaak uit gemak voor deze manier van eten wordt gekozen. Terwijl zelf eten koken helemaal niet veel tijd hoeft te kosten. Overwicht wordt dan ook een steeds groter probleem in Nederland. Ca 15% van de kinderen tot 15 jaar heeft last van overgewicht en ongeveer 40% van de volwassenen. In Amerika isdit zelfs 65% en 300.000 doden per jaar.
Zelf heb ik een periode gehad waarin ik ook voor het gemakkoos. Veel onderweg voor mijn werk, lange dagen en ’s avonds vaak sociale activiteiten. Wat was er dus makkelijker dan eten op halen of een maaltijd in de magnetron te zetten? Toch voelde ik mij daar niet goed bij. Minder energie en mindere concentratie. Een aanpassing in leefstijl zorgde voor een veel beter gevoel. De sleutel tot succes is: gewoon doen en een kookboek met snelle en gezonde gerechten… En gelukkig heb ik een vriendinnetje die dit ook belangrijkvindt, zodat we elkaar kunnen stimuleren als dat nodig mocht zijn.
Het is toch een bijzonder fenomeen die aandacht voor gezondleven. Je zou toch zeggen dat ieder mens gezond wil zijn en blijven en dat het percentage mensen dat minder gezond leeft erg laag zou zijn. De vraag is waar het is misgegaan. Het antwoord is bij het ontstaan van de individualistische consumptiemaatschappij. Een wereld van sneller, hoger en verder waarin we het materiëleen het uiterlijk hebben laten prevaleren boven ons innerlijk en onze gezondheid. Wat mij betreft is het dus zaak om meer aandacht te hebben voor ‘puur leven’. Zorgen voor jezelf en rust nemen voor de maaltijd. Wat dat betreft kunnen we een voorbeeld nemen aan veel Barcelonezen.
Angel (juni 2010)
Er zijn twee onderwerpen waarin mensen enorm van mening kunnen verschillen. Waar ze urenlang over kunnen discussiëren zonder tot een compromis te komen. Het ene onderwerp is op dit moment erg ‘hot’; voetbal.
Een vriend van me die in de webmarketing zit heeft na de hamstringblessure van Arjen Robben een dag lang Tweets over dit onderwerp gevolgd. Duizenden berichten kwamen voorbij. Variërend van flauwe grappen over ‘Robbeneiland’ tot vele mensen die hun zorg uitspraken over ‘onze’ kans om het WK te winnen.
Het andere onderwerp waarover talloze meningen zijn is muziek. Daar gaat deze column over. Over muziek en over emotie. Het is een verhaal over mijn muzieksmaak en ook over verbinding en gevoel.
Ik ben geïnspireerd geraakt doordat ik een erg leuke meid heb ontmoet. We hebben de afgelopen weken heel veel muziek naar elkaar gestuurd en ik heb gemerkt dat muziek een bijdrage kan leveren aan het ‘naar elkaar toe groeien’.
De liedjes die we elkaar sturen zorgen voor veel herkenning (‘wat mooi, wist niet dat jij dat ook kende!’ of ‘dat nummer wilde ik je ook net sturen!’). Daarnaast is het leuk om nieuwe muziek te leren kennen.
(On)bewust ben ik de afgelopen weken teruggegaan in mijn (recente) verleden en heb ik vele mooie liedjes weer voorbij horen komen. Laat ik beginnen met een paar liedjes die ik toegestuurd heb gekregen:
* Bløf en Fernando Lamerinhas met Abrace me. Schitterend, gevoelig nummer.
* Seal, Fly like an eagle. Tijdloos.
* Frank Boeijen’s De Verzoening. Een van de beste Nederlandstalige nummers ooit.
* Arrested Development, met Everyday People (jaja).
Mooie nummers? Of vind je juist van niet? Dat is het mooie aan muziek: smaken verschillen. En muziek is uiteraard nauw verbonden aan je stemming. En bij iedere stemming past een lied.
Ik kan best jaloers zijn op muzikanten die van die mooie nummers schrijven. Dat je in staat bent om bijna poëtisch je gevoel onder woorden te brengen vind ik prachtig. Een goed voorbeeld is De Verzoening. Daarin zit de volgende tekst: ‘zijn wij samen niet sterker dan alles wat mij bedreigt, ik sta klaar voor die strijd met als wapen de waarheid. En ik vraag je; heb me lief.’ Er zullen mensen zijn die deze tekst niet begrijpen. Dat is ook niet waar het om draait. Deze woorden moet je voelen.
Afgelopen woensdag was ik bij een voorstelling van Daniel Lohues. Zijn liedjes zijn bijzonder mooi en zijn verhalen grappig. De teksten van Daniel zijn een stuk eenvoudiger dan die van Frank Boeijen. Hij is in staat om eenvoudige taal te gebruiken. En zoals ik in de column over mijn helden heb geschreven bewonder ik die gave. Een voorbeeld (in het Drents, de taal waarin hij zijn liedjes zingt): ‘Wies met joe, ik ben zo wies met jou.’ Een lied waarin hij de liefde voor zijn vriendin bezingt.
Muziek werkt als een soort ‘versneller’ in het proces van verbinding tussen mensen. Dat werkt zo in stadions waar duizenden mensen een nummer heel hard meezingen. Je ziet het in kroegen waar 100 mensen heel hard Hazes mee blèren. Het zorgt ook voor een verbinding tussen een man en een vrouw. Dat komt doordat je met muziek ook gevoelens overbrengt.
En toen kwam het volgende nummer voorbij: Shaggy met Angel. Ken je dat niet? Surf naar Youtube en je begrijpt direct wel gevoel bij dit nummer komt kijken!
Filosofie (mei 2010)
Enige tijd geleden kreeg ik het boek “Nietzsche en Kant lezen de krant” van Rob Wijnberg. Het boek heeft als ondertitel: denkers van vroeger over dilemma’s van nu. Rob Wijnberg is een 27 jarige filosoof die reeds meerdere boeken op zijn naam heeft staan. Hij schrijft verhelderend en met humor. Bovendien heeft hij duidelijke eigen opvattingen en dat mag ik altijd wel.
Een van de eerste verhalen die ik las gaat over keuzestress. Voor mij een bekend thema. Mijn eerste column ging niet voor niks over dit onderwerp. De vraag die hij de lezer stelt is: hoe kan de gevoelde keuzevrijheid afnemen, naarmate het aantal keuzemogelijkheden groter wordt? Een zeer interessante vraag die vanuit filosofisch perspectief vrij helder te beantwoorden is. Via de denkers Kant en Berlin leidt Wijnberg ons naar de volgende zinnen: “Hoe groter het aantal keuzes, hoe kleiner het verschil tussen die keuzes. En hoe kleiner het verschil tussen de keuzes, hoe minder redenen er overblijven om het ene boven het andere te verkiezen.”
Met andere woorden: keuzestress kan ontstaan doordat er geen overtuigende redenen zijn voor een bepaalde keuze. En dan slaat de twijfel toe. En, bij sommige mensen, de stress.
Tja,daar zit je dan met je goeie gedrag. Op basis van bovenstaande verklaring zou je dus voor alle bewuste keuzes die je maakt duidelijke redenen moeten hebben om je er goed bij te voelen, maar omdat er zoveel keuzemogelijkheden zijn is het moeilijk om jezelf te overtuigen van een bepaalde keuze. Ik loop hier zelf op dit moment weer tegenaan omdat ik bezig ben met het plannen van een vakantie.
De eenvoudige vragen die beantwoord moeten worden zijn:
– Waar wil ik heen?
– Wat wil ik doen?
– Wanneer?
De laatste vraag is eenvoudig te beantwoorden: omdat mijn opdrachten in juli en augustus vrijwel stil liggen ben ik gebonden aan deze periode.
Dan de vraag: wat wil ik doen? Daar wordt het al lastig. Het lijkt me namelijk leuk om te gaan zeilen, aan het strand te liggen, te mountainbiken, te klimmen, vrijwilligerswerk te doen, naar een wereldstad te gaan, andere culturen te ontdekken, te trekken, een huis aan het strand te huren en naar de bergen gaan om te wandelen.
Je kunt je voorstellen welk aantal keuzemogelijkheden de vraag “waar wil ik heen” biedt.
Hiermee komen we bij de kern van dit verhaal: voorkeuren. Volgens Wijnberg wordt keuzestress niet alleen veroorzaakt door een overvloed aan keuzes, maar ook door een gebrek aan voorkeuren die het hebben van teveel opties veroorzaakt.
Of je dit nu als aanstellerij of als serieuze problematiek beschouwt, de stelling brengt ons naar de kern van de quarterlifequest: daar waar je je voorkeuren uit het oog verliest ontstaat de twijfel. En wanneer je op verschillende vlakken in je leven je dromen en wensen uit het oog verliest kan de stress toeslaan.
Gelukkig zit in de stelling over voorkeuren ook de oplossing verborgen: de kern van het overwinnen van de quarterlife crisis is in mijn ogen bewust leven. Bewust van je passies, gevoel, wensen en omgeving. Als vertrekpunt je eigen voorkeuren nemen en daar de juiste optie bij te zoeken. In plaats van uit een te groot aantal keuzemogelijkheden naar de ‘juiste keuze’ op zoek te gaan. Geloof mij, de optie die het beste voelt vind je op die manier niet.
Een van de dingen die mij helpt om bewust te leven is schrijven. Niet alleen deze columns, maar ook af en toe in een notitieboekje. Dat klinkt misschien wat soft, maar is voor mij een waardevol instrument gebleken. 5 minuutjes per dag, soms een paar dagen niet. En dan weer eens 10 minuten. Het heeft mij geholpen om me weer bewust te worden van mijn voorkeuren.
Als je mij dus de vraag stelt: “wat wil je tijdens je vakantie nu echt doen?” Dan is mijn antwoord: ergens een mooi appartement huren (ik denk nu aan Barcelona of Toscane) en daar relaxen en af en toe ook flink actief zijn. En zeilen heeft mijn voorkeur, dus ook dat ga ik veel doen tijdens mijn lange vakantieperiode. Best fijn als je weet wat je voorkeuren zijn!
Keith Bakker (april 2010)
Dit stuk gaat over helden. Of in ieder geval over mijn helden. Mensen die ik bewonder om wie ze zijn. Personen die eigenschappen hebben die ik ook zou willen hebben. Die dingen bereikt hebben die ik misschien ook zou willen bereiken. Of zoiets. Want hoe definieer je “held”?
Volgens het woordenboek is een held iemand die “door moed en door zielskracht uitmunt”. In een andere betekenis is een held een “halfgod”. Ook staat held voor “iemand die bewondering verdient”. Dat bedoel ik er ook mee. Vooral het woord “zielskracht” is in mijn definitie een belangrijke. De meeste van mijn helden zijn mensen die vanuit een achterstandsituatie iets uitmuntends hebben gedaan. Mensen die de bodem van de menselijk incaseringsvermogen hebben aangetikt en vandaar uit naar grote hoogte zijn geklommen.
Nelson Mandela is zo’n held. Iemand die 27 jaar (zevenentwintig!) gevangen heeft gezeten en vervolgens een bepalende en vooral verbindende factor is geworden in het verdrijven van de Apartheid en de eenheid van het Zuidafrikaanse volk. Gracieus, ingetogen en wijs. Een man met een visie en een missie. En vergevingsgezind, wat knap is gezien alle ontberingen die hij op Robbeneiland heeft doorstaan. Zijn taalgebruik is eenvoudig. Geen hoogdravende woorden, geen onbegrijpelijke zinnen, gewone taal die jij en ik begrijpen. In de biografie “Mandela, over leven, liefde en leiderschap” staat dit mooi beschreven: ‘als er iets gebeurde waar hij het niet mee eens was zei hij: Dat is niet goed. Of dit nu iets kleins thuis was of op internationaal politieke schaal, altijd zei hij dezelfde woorden om zijn ongenoegen uit te drukken.’ Dit eenvoudige taalgebruik vind ik een ontzettend knappe eigenschap. Het is zo moeilijk om een ander duidelijk te maken wat je bedoelt, zodat de ander je echt begrijpt. Mandela verstaat deze kunst (of eenvoudig gezegd: Mandela weet precies hoe dit moet..)
Een andere held is Barack Obama. Voor een deel ook vanwege zijn spreekvaardigheid. Maar ook, net als Mandela, vanwege het doel dat hij zich voor Amerika gesteld heeft. En niets houdt hem van dit doel af. Een prachtig voorbeeld hiervan is de Health reform bill die hij door het parlement en de senaat heeft geloodst. Dat hij zich niet laat afleiden en blijft staan voor waar hij in gelooft vind ik fantastisch. Heel anders dan veel politici in ons land overigens.
Mijn derde held is Keith Bakker. Een aantal van jullie kent hem misschien van het televisieprogramma Family Matters. In dit programma begeleidt Keith met zijn team een aantal probleemgezinnen. Hij neemt ze mee naar de bergen en in een combinatie van gesprekken en actieve buitensport probeert hij de gezinnen hun problemen te laten erkennen en daarna op te lossen. Waarom is hij een van mijn helden? Omdat ook hij in fantastisch eenvoudige bewoordingen precies kan zeggen waar het op staat. Helder en doortastend. Hij weet zich als geen ander te verplaatsen in de mensen die hij tegenover zich heeft. En dat is niet voor niks: Keith Bakker is jarenlang ernstig verslaafd geweest. Echt verslaafd, niet af en toe een stickie. Hij heeft gebalanceerd op het randje van de dood en uiteindelijk het besluit genomen te willen afkicken. Die ervaring zet hij nu in zijn verslavingskliniek in, met veel succes.
Dit zijn drie van mijn helden. Ze hebben iets gemeenschappelijk: ze zijn alledrie uit een dal gekropen. Ze zijn succesvol geworden, zijn zeer goed in staat zich in anderen te verplaatsen en hebben alledrie een bijna onverslaanbaar wapen: taal.
Deze column zegt veel over mij. Over eigenschappen die ik bewonder, over eigenschappen die ik zelf bezit en zou willen bezitten. Ik spiegel mij aan dit soort mensen. Niet omdat ik de illusie heb dat ik in hun voetsporen kan treden, maar wel omdat ik niet kan nalaten dat op mijn manier na te streven…
De Keuze van de Kroeg (maart 2010)
Het is onvermijdelijk: naarmate je ouder wordt ga je naar andere kroegen. Je oude stapgedrag lijkt niet meer te passen: de mensen zijn steeds jonger, je herkent de muziek niet meer en er staan nieuwe barkeepers die gewoon minder vriendelijk zijn.
Of je het nu wilt of niet: dertigers zitten in andere tenten dan (jong) twintigers. Vaak is dat je eigen keuze: discotheken waar je elkaar nauwelijks kunt verstaan worden minder leuk. Onder het motto: “ik wil ook gewoon een gesprek kunnen voeren” ga je naar een jazzcafe met relaxte muziek, of naar een restaurant waar je ook een goede borrel kunt drinken. Sterker nog: soms wordt de voorkeur gegeven aan een gezellige avond thuis (met spelletjes, een goede fles wijn en lekkere hapjes), in plaats van een avond in de kroeg. Als je echt aandacht voor elkaar wilt hebben, is dat natuurlijk veel leuker, zei de dertiger. Een ander argument dat ik steeds vaker hoor is dat mijn vrienden niet meer de hele dag brak willen zijn. Daarom dus maar wat eerder naar huis. Oude l@*&en J!
Ook Ik merk dat mijn stapgedrag verandert. Een borrel aan het eind van de middag, gevolgd door een gezellig etentje vind ik veel leuker dan een nacht doorhalen. Toen ik dit laatst tegen een paar vrienden zei, werd ik geconfronteerd met de realiteit: “Je wordt ouder jongen…”. En ik maar benadrukken dat het niks met ouder worden te maken heeft, maar juist met veranderende voorkeuren. Hielp niks…
Maar nu het goede nieuws: laatst heb ik een plek ontdekt waar alle leeftijden en soorten publiek door elkaar zitten. Waar de sfeer goed is en de bediening uitstekend: jong en hip, niet te aanwezig, maar wel attent en alert. Het gaat om koffiezaak Doppio. Hier is de beste koffie van het land te krijgen.
Ik spreek er regelmatig af met vrienden of zakenrelaties. Of ik ga er zitten werken, ik hoor en zie dan de mooiste dingen: groepjes studenten zitten er naast bejaarde mensen en proberen hun brakheid kwijt te raken. Moeders met jonge kinderen drinken hun cappuccino en snelle zakenjongens sluiten deals onder het genot van een goede espresso. Echtparen die aan het winkelen zijn eten een brownie en bespreken naar welke winkels zij nog willen gaan. Of eigenlijk naar welke zaken zij nog wil gaan en hoe lang hij dat nog volhoudt. Verliefde stelletjes nemen een icecoffee met twee rietjes en bespreken de dromen die zij samen hebben. En er zitten altijd mensen hun krantje te lezen of naar hun Ipod te luisteren. En daar tussenin, aan de leestafel, zit een jonge dertiger dus deze column te schrijven…
Sesamstaat (februari 2010)
Bert en Ernie zijn mijn favoriet, maar ook vergeetachtige Jan, koekiemonster en supergrover vind ik geweldig. Als kind al rolde ik over de grond van het lachen als Ernie weer eens niet kon slapen en Bert daarmee lastig viel. Of als kermit de kikker van het Sesamstraat Journaal live getuige was van de geboorte van een kuikentje, maar later zelf voor een kuiken werd aangezien. Prachtig. Leerzaam en leuk, voor kinderen een geweldige combinatie.
Het aparte is dat ik Sesamstraat eigenlijk alleen maar leuker ben gaan vinden. Sommige grappen hebben zowaar een dubbele laag en ook de nieuwere sketches van meneer Aart (Pienjooh!) zijn best van een grote schoonheid.
Natuurlijk komt er ook iets van nostalgie bij kijken. Sesamstraat; da’s uit mijn onbezorgde jeugd in Noord Holland. Na het eten in de pyjama kijken, omdat het programma toen nog om half 7 werd uitgezonden. Sesamstraat staat voor zorgloosheid, plezier, geborgenheid en een fijn gezin. Niet gek dus dat ik nog steeds een warm gevoel bij het programma krijg.
Ik dacht dat ik het alleen maar met Sesamstraat had. De herhaling van de fabeltjeskrant doet me weinig. Pipo de clown heb ik nooit leuk gevonden en Theo en Thea is van een latere periode. Bert en Ernie geven mij het “kindgevoel”. En andere programma’s niet.
Totdat ik laatst op Youtube een vergeten held tegenkwam. Een grappige, doortastende en enorm populair figuur. Geliefd bij jong en oud. Over wie ik het heb? Loekie de Leeuw natuurlijk! “Asjemenou” is nog steeds een kreet die je regelmatig hoort. Heeft Loekie geïntroduceerd. De Ster is toch de Ster niet meer sinds Loekie in de ban is gedaan?
Ook hij geeft mij dat gevoel van vroeger, van natte haartjes voor de tv. Noem me een nostalgische dertiger, maar ik heb in mijn favorieten op de pc een compilatie van Loekie de Leeuw sketches staan. Een aanrader voor iedereen die nog eens dat gevoel uit zijn jeugd wil ervaren.
Inzamelen maar (januari 2010)
In de week voor kerst vond in “mijn” Groningen 3FM Serious Request plaats. Een week lang stond de stad in het teken van ophalen van zoveel mogelijk geld tegen (of is het nou voor) malaria. De stad gonsde van de activiteit en overal liepen bekende Nederlanders rond. Het voordeel van een studentenstad als Groningen is dat er 24 uur per dag mensen op de been zijn. Daarom was het bij het glazen huis steeds erg druk. En “we” waren vast van plan om het record van 2008 te breken.
Er waren ongelooflijk veel initiatieven van bedrijven, instellingen, overheid, kinderen, winkels, kroegen, bands, studentenverenigingen en nog veel meer.
Een jongen uit het basketbalteam dat ik train heeft de opbrengst van de “oudjaarsronde” van zijn krantenwijk gedoneerd. Veel vrienden hebben bier gedronken voor het goede doel en een ander heeft met zijn band in een kroeg opgetreden ten behoeve van de malaria.
Het is gelukt. Tijdens een zinderende finale, waarvoor 10.000 Groningers zich op de Grote Markt hadden verzameld, werd het recordbedrag van 7.1 miljoen euro bekend gemaakt. Dat zijn bijna anderhalf miljoen malarianetten! Een ongekend bedrag. Of toch niet?
Kijk, dat er zo’n dynamiek los komt is natuurlijk geweldig. Ook ik vond het mooi om daar onderdeel van te zijn. Het geeft een gevoel van saamhorigheid en ook van trots op m’n stadje. Maar tegelijk vraag ik mij af waarom we per persoon (bedrijven niet meegerekend) 50 cent geven om deze sluipende, moordende ziekte de wereld uit te krijgen. Waarom niet 1 Euro, of 2? Of werkt het zo niet? Is 7 miljoen een magisch en fantastisch bedrag? Als ik kijk naar alle activiteit en de sfeer op de Grote Markt zou ik zeggen dat het ook winst is dat de Groningers nog dichter naar elkaar toe zijn gegroeid.
Maar toch; bij dit soort dingen knaagt er altijd iets aan me. Dan ga ik nadenken en vergelijken. De overheid heeft vorig jaar 210 miljoen uitgegeven aan een vaccin waar uiteindelijk 53 mensen aan zijn overleden. Na de Tsunamiramp van 2004 is er meer dan 100 miljoen Euro opgehaald. Er waren 230.000 doden te betreuren. Jaarlijks sterven er ca. 1 miljoen mensen aan malaria.
Of werkt het zo niet. Geldt gewoon; hoe dichter bij huis, hoe meer het ons raakt, hoe meer geld we ervoor over hebben. Gaat het om de tastbaarheid, de beelden van de ramp? De vloedgolf van 2004 staat nog helder op ons netvlies. De vliegtuigen die zich in het WTC boorden ook. Een miljoen malariadoden per jaar zijn niet zichtbaar.
Daar ga ik weer, dat weet ik best. De idealistische dertiger die zich altijd afvraagt waarom we er niet meer uit kunnen halen, waarom we er geen prioriteit aan geven om ziekte en ellende de wereld uit te krijgen. Ik heb de afgelopen jaren geleerd om blij te zijn met wat “we” voor elkaar krijgen als er weer nationale acties zijn. Maar toch denk ik altijd dat we er meer uit kunnen halen. Herkenbaar? Ik denk (hoop) het wel. Hou deze twijfel dan vast zou ik zeggen. Want je moet er toch niet aan denken dat we ooit tevreden zijn met onze nationale inzamelingsactiviteiten!
Hoeveel ik zelf heb gegeven? Bij elkaar denk ik zo’n 30 Euro. Of ik dit genoeg vind? Tuurlijk niet….
De weg van de kansen (december 2009)
“Toeval bestaat niet” hoor je mensen weleens zeggen. Een mens dwingt kansen zelf af en als er iets moois gebeurd dan had het zo moeten zijn. Lange tijd heb ik dit niet geloofd; dingen gebeuren of gebeuren niet en soms speelt toeval een rol.
De laatste maanden begin ik echter steeds meer te denken dat toeval inderdaad niet bestaat. Doordat ik een aantal keuzes in mijn leven heb gemaakt, komen er dingen op mijn pad die daar niet gekomen waren als ik deze keuzes niet zou hebben gemaakt. Een voorbeeld: ik heb ervoor gekozen om in de zorg te gaan werken (als Trainer). Ook heb ik ervoor gekozen om deze columns te gaan schrijven. En opeens kom ik in contact met een collega van het loopbaancentrum in het ziekenhuis waar ik werk die een seminar over “het dertigersdilemma” wil organiseren. Ze had mijn columns gelezen en vroeg mij een rol te spelen bij het organiseren van dit minisymposium. Is dat toeval? Ik geloof het niet.
Een ander voorbeeld: ik heb een droom. Over een aantal jaren wil ik mijn eigen outdoor-trainingscentrum hebben. Om dat te kunnen realiseren wil ik de komende tijd veel managementteams trainen, puur om mijn ervaring te vergroten. Ik vertelde dit aan een vriendin die werkt bij een trainingsbureau. Zij vertelde me dat haar organisatie een freelance Management Development (MD) Trainer zocht voor 1 a 2 dagen per week. Ik kwam in contact met de directeur van haar bedrijf en vanochtend heb ik definitief mijn eerste MD traject vastgelegd.
Ben je nog niet overtuigd? Dan volgt hier een derde voorbeeld: Een poosje geleden maakte ik de keuze om te stoppen bij mijn toenmalig basketbalteam. Door omstandigheden wilde ik er niet verder spelen, maar tegelijk was het vooruitzicht om helemaal op te houden met het spelletje niet aanlokkelijk. Ik besloot dus dat ik een andere club wilde gaan zoeken. Een paar dagen later ging de telefoon; een oud-teamgenoot die mijn oude jeugdteam weer bij elkaar wilde halen. Of ik interesse had… Tuurlijk!
Wat wil ik nu eigenlijk zeggen met deze voorbeelden? Dat op de weg die je kiest bepaalde kansen voorbij komen. Op andere wegen liggen andere kansen.
Doordachte keuzes zorgen voor nieuwe mogelijkheden. En met benutten van kansen kan je het (voorheen) onmogelijke mogelijk maken.
Het is mij overkomen en ik ben echt niet anders dan jij. Daarom geldt ook voor jou dat de keuzes die je maakt aan de basis liggen voor de kansen die je krijgt. En toeval heeft hier niks mee te maken.
Drillen of coachen (november 2009)
Ik ben al jarenlang een fanatiek basketballer. Mijn oude jeugdteam is weer (grotendeels) bij elkaar en ondanks dat we geen 16 meer zijn druipt het fanatisme ervan af. Natuurlijk zijn er soms jongens die niet kunnen omdat ze geen oppas hebben of omdat ze hun nieuwe huis moeten opknappen, maar als het even kan is iedereen er en spelen we of ons leven ervan afhangt.
Sinds augustus ben ik ook trainer van een jeugdteam. Jongens van 15 tot 18 jaar oud. Ik geef training, samen met mijn vroegere jeugdtrainer (Dick). Ontzettend leuk om te doen en niet alleen omdat we heel goed zijn.
De eerste trainingen moest ik wel even wennen. De afgelopen jaren heb ik in m’n werk veel gecoacht en ik had tijdens de eerste trainingen nog die coachingspet op. Dick niet, hij schreeuwde en drilde en voor de minste of geringste overtreding moesten de jongens sprintjes lopen. Nu speelt de zoon van Dick in ons team dus weet hij beter dan ik hoe jongens van die leeftijd kunnen zijn. Hij vertelde me dat deze jongens langzaam leren om zelf beslissingen te nemen over hun gedrag maar dat ze soms ook flink aangepakt moesten worden om het uiterste uit zichzelf te halen. Ik moest daar erg aan wennen en merkte dat ik een beetje in conflict kwam met mijn innerlijke overtuigingen. Nu weet ik van mezelf dat ik soms te lief kan zijn dus ik heb eens goed op de aanpak van Dick gelet en er veel van opgestoken. Sterker nog: ik denk dat zijn aanpak in de wereld van leidinggeven best zou kunnen werken. Het zou er niet leuker op worden maar wel heel effectief. Iedereen die zich niet aan zijn taak houdt krijgt straf. Als je te laat bent haal je de rest van de dag koffie voor de hele afdeling. En als je klaagt werk je niet alleen zelf over maar je collega’s ook. Zoals iemand ooit tegen me zei: “we zijn hier geen sociale werkplaats, als het je niet bevalt sodemieteren ze maar op!” En aan de andere kant: als mensen goed werk leveren, heel veel en duidelijk complimenteren en successen vieren.
Natuurlijk is dat niet de manier die ik voorsta, maar toch. Ik denk wel dat (vooral jonge) managers soms wat strenger mogen zijn. Als ze maar duidelijk uitleggen wat ze verwachten en naast corrigeren ook belonen. Rechtlijnig zijn heet dat geloof ik.
Werkt het bij de basketbaljongens? Ja! Ze ontwikkelen zich snel en zijn en blijven bloedfanatiek. En ze hebben er (over het algemeen) plezier in. Sterker nog: onze eerste wedstrijden hebben we goed gespeeld en gewonnen.
Ik vraag me alleen 1 ding af: halen ze de motivatie uit zichzelf of werken ze zo hard omdat ik het zeg? Want zodra mensen iets doen omdat IK het wil, kunnen ze beter iets anders gaan doen….
Wakeboarden (oktober 2009)
Ik heb een nieuwe hobby; wakeboarden. Dat is snowboarden op het water. Bij mij in de buurt is een waterskikabelbaan en laatst ben ik met een heel goede vriend een uurtje gaan boarden. Vind ik het leuk? Ja. Kan ik het al? Nee.
De outfit klopt; modieus boardshort, lycra-tje, zonnebril (niet tijdens het boarden natuurlijk), surftas, the works. Daar ligt het dus niet aan. We hebben ook echt lol samen, drinken na afloop een biertje en hebben grote verhalen. Hij is getalenteerd vind ik. Ik dus minder en daar kan ik niet zo goed tegen.
Over het algemeen pik ik nieuwe sporten vrij snel op. Zet me bij een willekeurige balsport en ik doe moeiteloos mee. Zeilen heb ik opgepikt, skiën en apres-skien ook. Zwemmen vind ik niet leuk en kan ik dus niet zo goed (of is het andersom?). Wakeboarden lukt dus nog niet zo best.
De truc is om vanuit een zittende stand omhoog te komen, terwijl je met een ruk het water uit wordt getrokken (0 tot 30 km per uur in 1 ½ seconde). Je gewicht moet iets naar achteren en je board direct in de vaarrichting. Maar wat doe ik; alsof ik in de sneeuw sta, druk ik de punt van mijn board naar beneden, vol het water in. Tja, en dan word je gelanceerd. En niet zo’n beetje ook.
Gelukkig is er een groot terras bij de start van de baan, zodat iedereen goed kan zien dat je 5 meter weggeslingerd wordt. Daar sta je dan met je mooie outfit. Met het board nog om je voeten zwem je als een hondje naar de kant, met je helm half over je ogen. En alsof er niks aan de hand is klim je het water uit en ga je in de rij staan voor de volgende poging.
En Nils; die ging vanaf de eerste keer als een speer. Alsof hij het al jaren doet.
Maar ik geef niet op; komend weekend sta ik er weer en het weekend daarna ook. Net zolang tot ik het onder de knie heb. Want volgend voorjaar hebben we grotere plannen; wakeboarden achter een boot op de Friese meren. Daar heb je pas veel publiek..!
“Naar aanleiding van uw reactie” (september 2009)
De afgelopen weken heb ik verschillende keren gesolliciteerd naar een leuke baan. Flink gezwoegd op originele en pakkende teksten, mijn cv aangepast, foto erbij en mailen maar! Gelukkig ben ik een paar keer uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Maar een aantal keer ben ik ook direct afgewezen. Onder meer voor de functie van manager bij stichting AAP. Wat leek me dat een leuke job! Maar goed, ik heb geen ervaring met het managen van dieren, dus de kans was bij voorbaat al klein.
Afwijzingen zijn over het algemeen erg deprimerend. Je ziet het al aan de titel van de mail die je krijgt; “naar aanleiding van uw reactie” staat er dan. Nou, dan weet je al genoeg. “Helaas waren er andere kandidaten naar wie de voorkeur uitging. We wensen u veel succes met het vervolg van uw loopbaan”. Thanks.
Wat nu mijn ontbrekende competenties of ervaring was, of ik dichtbij een gesprek zat of er mijlenver vandaan wordt niet verteld. En dat vind ik jammer. Ik weet dus niet wat ik zou moeten veranderen om bij een vergelijkbare vacature een grotere kans te maken.
Gelukkig heb ik al een aantal sollicitatiegesprekken gevoerd en heb ik net gehoord dat ik ben aangenomen, joehoe! Een mooie baan als Senior Opleidingsadviseur bij groot ziekenhuis. Heb er twee leuke gesprekken gevoerd waar ik een goed gevoel bij had. En zij ook gelukkig. Het is een baan die me vooral heel erg leuk lijkt. Ik kan wel weer een zware managersrol gaan doen of een functie waarin ik het hele land door moet en een paar honderd euro meer voor krijg. Maar ik heb besloten vooral te doen wat ik leuk vind.
En daarbij komt dat ik ook nog wat tijd overhoud voor mijn eigen bedrijfje. Want dat wil ik (nog) niet kwijt.
Dit herken je vast: vaak voel je direct wel aan of een vacature of bedrijf bij je past. De sollicitatiegesprekken neigden soms zelfs naar “ouwehoeren” en flauwe grappen maken. De klik was er dus. Na beide gesprekken dacht ik; knappe vent (of vrouw natuurlijk) die dit beter doet dan ik. Vol vertrouwen dus.
Dit vertrouwen ebde soms wel wat weg (ik ben een beetje een twijfelaar), maar eerlijk gezegd kon ik me niet voorstellen dat ze een meer geschikte kandidaat zouden vinden. En dat kwam omdat ik volledig mezelf was tijdens de gesprekken. Ik wilde de baan erg graag, dat was wel duidelijk. Maar ik wil ook werken in een bedrijf waar ik mezelf kan zijn en dat heb ik tijdens de gesprekken uitgetest. En dat kan ik iedereen aanraden. Je moet er misschien wat lef voor hebben, maar ik heb teveel verkrampte mensen in bedrijven gezien die zichtbaar een rol speelden en niet gelukkig waren met hun werkomgeving. En zo’n persoon wil ik niet zijn.
Dus nu is het feest! Al mijn vrienden die de “help-Jasper-aan-een-andere-baan”-actie hebben gesteund ga ik enorm bedanken (ja, daar komt vast alcohol aan te pas). En ik ga lekker genieten van de komende 2 weken dat ik het nog wat rustiger heb. En dan…….
Keuzestress (augustus 2009)
Het is zaterdagmiddag en ik ben net thuisgekomen van 2 weken vakantie met mijn broer(tje). Ik zit net in een “break van een verhouding”. Niels heeft ook geen relatie en een vakantie leek me een goede manier om de verstandhouding met mijn broer te verstevigen. En dat is, tussen het vele fietsen door, wat mij betreft gelukt. We verschillen enorm van elkaar. Niet een klein beetje, maar enorm. Ik ben de zoekende extraverte, sociale en impulsieve oudere broer. Hij is de rustige denker, heeft veel humor, is een beetje dromerig en begint steeds stabieler te worden.
Ook heb ik de twee weken Ardennen benut om nog maar weer eens goed na te denken over de keuzes die ik wil maken. Carrièrekeuzes dit keer. Ik heb mezelf de afgelopen jaren “ondernemer” genoemd. In de praktijk kwam dit vooral neer op langdurige interim managementklussen, waarbij ik telkens weer met veel pijn in mijn hart afscheid moest nemen van mijn leuke “tijdelijke collega’s”. Ik deed veel moeite om klussen te verlengen, om langer in dezelfde omgeving te kunnen zijn. Tja, hoe houd je jezelf voor de gek. Ik ben juist toe aan wat stabiliteit en rust in mijn leven, in plaats van die continue onzekerheid over nieuwe klussen en genoeg werk. Mooi, die keuze is dus gemaakt! Voorlopig dan….
Keuzes, keuzes, iedere dag weer. Ik zit op mijn bank met de laptop op schoot en de televisie op de achtergrond, reclame. Vernieuwde Dreft; “groen is het nieuwe schoon” (wat?!). Weer een nieuwigheid, weer een keuze. Of toch niet; Dreft is toch gewoon Dreft en is altijd Dreft geweest. Of zouden er echt mensen dag en nacht in de weer zijn om te proberen Dreft weer een tikje beter te maken? Ik hoop het eigenlijk niet..
De afgelopen weken hebben we in België regelmatig op terrasjes zitten lunchen. En daar viel me iets grappigs op; waar ik altijd de menukaart uitgebreid bestudeer om te ontdekken welke nieuwe gerechten ik kan proberen (je moet tenslotte alles een keer geprobeerd hebben), goed nadenk waar ik zin in heb en altijd minimaal drie gerechten overhoud die me allemaal even lekker lijken, neemt Niels altijd Omelet. Altijd? Ja, altijd. “Dan heb ik tenminste geen keuzestress en bovendien vind ik omelet lekker en staat het op bijna iedere kaart”. “Maar wil je dan geen nieuwe dingen proberen en variëren in wat je eet” , vroeg ik niet begrijpend. “Nee” luidde het eenvoudige antwoord, “En zeker niet als het me keuzestress geeft”.
Ja, zo kan het natuurlijk ook, lijkt me heerlijk, ga ik ook proberen. Ik hoef die Belgische waterzooi niet, geen paling in ’t groen en geen konijn met pruimen voor mij. Ik neem gewoon iets wat ik al ken en waarvan ik weet dat ik het lekker vind. En de volgende keer neem ik dat gewoon weer. En de keer daarna ook…
Bedenk me net: als ik dit jaar een leuke nieuwe baan vind, kan ik nog 32 jaar bij dezelfde baas werken, heerlijk!
Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.